Medio 2018 neemt NS de Sprinter Nieuwe Generatie in gebruik. Deze sprinters hebben niet alleen de modernste techniek aan boord, maar presteren ook hoog op betrouwbaarheid, beschikbaarheid en onderhoudbaarheid. De intensieve samenwerking met zowel hoofdleverancier CAF als met de subcontractors, ligt ten grondslag aan deze prestaties. En dat tegen zo laag mogelijke kosten gedurende de levenscyclus van de vloot. Wilbert Wijns is spreker op iMaintain 2017, het jaarcongres van het iMaintain platform en de NVDO.
Het Nederlandse spoor heeft een van de drukst bereden trajecten ter wereld en kent daardoor een lage tolerantie voor verstoringen. Er is vervoersbedrijf NS dan ook veel aan gelegen om storingen aan haar materieel te voorkomen. Samen met onderhoudsbedrijf NedTrain is daarvoor een landelijk netwerk uitgerold van trein servicelocaties en werkplaatsen voor inspecties, onderhoud en grotere revisies. Deze aanpak heeft al voor een hoge beschikbaarheid gezorgd, maar de maatschappelijke druk is hoog om nog beter te presteren. Het bedrijf greep dan ook haar kans toen het een nieuwe generatie sprinters moest aanbesteden. Programma-manager Wilbert Wijns van NS werd na de ondertekening van het contract met het Baskische CAF verantwoordelijk voor de uitvoering van de contractafspraken. Nu is het gebruikelijk dat bij de bouw van een nieuwe trein ook het onderhoud of de instandhouding wordt meegenomen. Wijns ging echter een stuk verder en ging met zijn team en hoofdleverancier CAF actief samenwerken om een zo hoog mogelijke betrouwbaarheid, beschikbaarheid, onderhoudbaarheid en veiligheid van deze nieuwe generatie sprinters te bereiken.
Mock-ups
Sprinter Nieuwe Generatie, oftewel SNG, is de naam van de sprinters die medio 2018 moeten gaan rijden op trajecten in Noordwest-Nederland. ‘De nieuwe generatie is niet alleen wat betreft technologie state-of-the-art, maar ook wat betreft gebruikerservaring zijn we erg ver gegaan’, zegt Wijns. ‘Zo hebben we stoeltestdagen gehouden waarbij een doorsnee van onze reizigers mocht zeggen welke stoel ze het mooiste en meest comfortabel vonden.’
Niet alleen de reizigers moeten zich thuis voelen in de nieuwe trein, ook de machinisten hebben invloed gehad op de inrichting van hun werkruimte. ‘Er zijn zelfs twee mock-ups gemaakt waarin conducteurs, machinisten, onderhoudsmonteurs en een aantal vertegenwoordigers van reizigersorganisaties mochten rondlopen. Die leidden al tot verbeteringen in de cabine en het interieur van SNG.’
Life Cycle Costs
Het zal niemand verbazen dat de introductie van een nieuwe generatie sprinters met hoge kosten gepaard gaat. ‘Dit zijn assets met een gemiddelde technische levensduur van ruim dertig jaar’, zegt Wijns. ‘Of in het geval van de Apekop zelfs veertig jaar. De aanschafkosten zijn slechts een deel van de kosten. De operationele kosten in die dertig jaar liggen hier ruimschoots boven. Het is daarom de kunst om alle investeringen en inspanningen te toetsen aan de Life Cycle Costs (LCC) en de invloed van keuzes te toetsen op reliability, availability en maintainability (RAM). Uiteraard leggen we alles dat we doen tegen de lat van veiligheid, gezondheid en duurzaamheid.’
Die aanpak zorgt niet alleen voor directe winst in de onderhoudskosten, maar ook voor tal van afgeleide voordelen. ‘De doorlooptijd van reparaties verbetert waarmee de duur van onttrekkingen wordt verlaagd. We kunnen eenvoudiger diagnoses stellen en daarmee de effectiviteit en efficiency van treinpersoneel en het onderhoudspersoneel vergroten. Het scheelt behoorlijk als een storingsmonteur direct weet waar de storing zich bevindt in plaats van dat hij vier uur moet gaan zoeken. Of neem het voorbeeld van een luchtfilter. Je kunt kiezen voor een papieren versie die je periodiek moet vervangen of je kiest voor een herbruikbare variant die je zo nu en dan moet schoonblazen. Het is constant zoeken naar een optimale balans tussen kosten en betrouwbaarheid, maar ook de invloed op het milieu nemen we mee in onze overwegingen.’
Partnership
Er zijn meerdere wegen die tot een trein leiden die aan de eisen van de asset owner voldoet. Wijns: ‘NS kent een lange historie en in het verre verleden schreef zij gewoon voor hoe de trein eruit moest zien, welke systemen en onderdelen erin moesten en werd het ontwerp in detail bepaald. Nadeel van deze aanpak is dat wordt uitgegaan van de eigen kennis, terwijl leveranciers vaak ook een schat aan kennis en ervaring en nieuwe ontwikkelingen in huis hebben. Een andere manier van aanbesteden is het functioneel specificeren van systemen en onderdelen, waarmee de leverancier meer vrijheden heeft in zijn keuze. Voor beide manieren van aanbesteden geldt dat je met goede contracten werkt en vooral controleert of aan de voorwaarden is voldaan. Voor de nieuwe generatie sprinters kozen we voor een aanvullende aanpak en zijn we ook een samenwerkingsverband aangegaan. NS wil reizigers een nieuwe generatie sprinters aanbieden die niet alleen de modernste techniek aan boord hebben, maar ook veel comfort bieden. Nu kan je nog zoveel comfort hebben, als je ergens tussen Amsterdam en Leiden in het veld stilstaat, heb je nog steeds een probleem. En dus zijn de RAM-eisen net zo hoog. Een partnership biedt een belangrijke toegevoegde waarde.’